Loslaten kun je niet actief doen, hoe dan wel?
Loslaten kun je niet actief doen. Het gebeurt wanneer je er klaar voor bent. Wat je actief kunt doen is aandacht geven aan dat waar je bang voor bent. Wanneer je dat doet, voel je je lichter en merk je dat je iets losgelaten hebt. Wat je actief kunt doen is aandacht geven aan dat waar je bang voor bent.
Stel, mijn baas waardeert me niet…
Denken in doemscenario’s gaat razendsnel en gebeurt vaak als je al gestrest bent. Stel, mijn baas waardeert me niet. Hij commandeert me in het rond en neemt al mijn harde werk voor lief. Ik heb het gevoel dat ik het maar moet slikken. Want…
Wat als ik hem de waarheid zeg? Dan is hij ontevreden over me en zal hij er alles aan doen om me te ontslaan.
Wat als hij me ontslaat? Dan heb ik geen inkomen meer en kan ik mijn huur niet meer betalen.
Wat als ik mijn huur niet meer kan betalen? Dan word ik mijn huis uitgezet.
Wat als ik mijn huis word uitgezet? Dan ben ik dakloos en vind ik misschien geen baan.
Wat als ik dakloos ben en geen baan vind? Dan ben ik hongerig, ongelukkig en zal ik steeds verder afglijden.
Dat zou een gedachtegang kunnen zijn. Het is uiteindelijk de angst voor hongerig en ongelukkig zijn en steeds verder af te zullen glijden, die ervoor zorgt dat ik niet tegen mijn baas in ga en genoegen neem met een baas die me niet waardeert.
Hoe kun je een angst loslaten?
Doorleef het nare gevoel, in plaats van dat je ervoor wegloopt. Ik zal het illustreren met een voorbeeld: je bent bang wat er op vakantie mis kan gaan en bent daar veel mee bezig. Je ligt er zelfs wakker van. Je wilt het graag loslaten, want je weet dat het piekeren geen zin heeft, maar je kunt er niet mee stoppen. Geef aandacht aan de onderliggende angst: ga na wat er allemaal mis kan gaan en schrijf dat een voor een op, tot je niets meer kunt verzinnen. Dan bedenk je per punt waar je bang voor bent en daarna per punt wat je zou doen als dat zou gebeuren. Daarachter zet je hoe je daar een maand later op terug zou kijken. Oftewel, je geeft je gepieker serieuze aandacht en onderzoekt wat het is, dat je angst oproept. Bijvoorbeeld:
Wat kan er misgaan?
Ik kan ziek worden van het eten, zo erg dat ik naar het ziekenhuis moet.
Waar ben je bang voor?
Dat ik mijn halve vakantie mis
Dat ik een dodelijk virus oploop
Dat ik in een heel armoedig ziekenhuis terechtkom
Dat ik de artsen niet begrijp door de taalbarrière
Wat zou je doen als dat zou gebeuren?
Als ik mijn halve vakantie mis – dan boek ik een nieuwe vakantie
Als ik een ernstig virus oploop – dan laat ik me behandelen en neem ik medicatie
Als ik in een heel armoedig ziekenhuis terecht kom – dan bel ik mijn zorgverzekering
Als ik de artsen niet begrijp – dan zoek ik een tolk of gebruik ik Google translate
Hoe kijk je er een maand later op terug?
Als ik mijn halve vakantie mis – dan ben ik blij om weer thuis te zijn
Als ik een ernstig virus oploop – dan ben ik blij dat ik het heb overleefd
Als ik in een heel armoedig ziekenhuis terecht kom – dan vertel ik lachend en gierend de horrorverhalen aan mijn vriendinnen
Als ik de artsen niet begrijp – dan ben ik trots op mezelf dat ik me toch heb weten te redden
Stress en gepieker loslaten
Je relativeert je angsten en hierdoor lost je oorsponkelijke wens: ‘ik wil mijn gepieker over wat er mis kan gaan op vakantie loslaten’ op. Zo zou je dat ook in het eerste voorbeeld kunnen doen. Vraag je af: als ik tegen mijn baas inga (of hem de waarheid zeg, of ontslag neem, of … vul maar in), wat kan er dan gebeuren? Waar ben ik bang voor? Wat zou ik doen als dat zou gebeuren en hoe kijk ik daar een maand later op terug? Als je dit onder ogen durft te zien ontstaat er ruimte. Zonder actief los te laten, is het vanzelf gebeurd.
Deze tekst is gebaseerd op een hoofdstuk uit Thuis zonder huis. Meer van dit? Bestel het boek hier en je hebt het morgen in huis.